Rij- en rusttijden
De wetgeving m.b.t. de rij- en rusttijden is bepaald op Europees niveau en wordt toegepast in de 27 lidstaten van de Europese Unie. Hieronder volgen de voornaamste bepalingen van deze eerder ingewikkelde reglementering:
- Een chauffeur mag maximum 9 uur per dag rijden. Twee keer per week mag hij 10 uur rijden.
“ Sedert 11/04/07 : één uur rust meer per dag ”
- Een chauffeur mag maximum 4u30 ononderbroken rijden. Hierna moet hij 45 minuten rusten. Hij kan deze periode in 15 en 30 minuten splitsen, verdeeld over 5u15;
- Een chauffeur moet een dagelijkse rusttijd van minimum 9 uur in acht nemen;
- De totale prestatie van een chauffeur mag niet langer zijn als 15 uur;
- Een chauffeur moet een wekelijkse rusttijd van minimum 24 uur in acht nemen na 6 werkdagen. In het geval van een internationale reis mag de wekelijkse rust genomen worden na maximum 12 dagen maar moet, in dit geval, minimum 69 uren bedragen
De controle van het naleven van deze bepalingen gebeurt via de tachograaf waarmee alle autocars moeten uitgerust zijn. De autocars die als nieuw voertuig zijn ingeschreven sinds 05/08/05 zijn uitgerust met een digitale tachograaf. De bestuurders beschikken dan niet langer meer over tachograafschijven maar over een chipkaart die de gegevens registreert.
Chauffeurs die rijden met voor deze datum ingeschreven autocarvoertuigen blijven verder werken tachoschijven.
De chauffeurs moeten steeds hun prestaties van de lopende dag en de 28 voorgaande dagen kunnen voorleggen aan de controlediensten.